zaterdag 29 januari 2011

Les 3: Vragen: soort en niveau



Deze les heb ik verzuimd i.v.m. ziekte. De volgende informatie heb ik dan ook uit de aantekeningen van mijn medecursisten overgenomen. Mijn dank daarvoor!

In les 3 ging het over vragen die bij het inlichtingen bureau gesteld kunnen worden.

Er zijn 4 soorten vragen.

Huishoudelijke vragen.
Deze vragen hebben bijvoorbeeld betrekking op gebouw of het uitleenreglement.
Voorbeeld: Hoeveel materialen mag ik lenen of waar is het toilet.

Lezersadvies of Readers advisory.
Deze vraag komt meestal voor een roman. Je kan het ook een titelsuggestie noemen.
Voorbeeld: Heeft u boeken van Saskia Noort.

Quick Reference.
Op deze vraag is meestal maar 1 antwoord mogelijk.
Voorbeeld: Hoeveel inwoners heeft Rijswijk? of Kunt mij het adres van Ministerie van Defensie geven.

Onderzoek of opzoekvragen.
In deze vragen zitten twee of meer componenten. Hierbij is doorvragen vereist.
Voorbeeld: Ik zoek iets over schaatsen. Of heeft u een boek over madrid.

Een aantal punten zijn belangrijk om de vraag goed te kunnen beantwoorden.
-Voorkennis (wat weet de klanten al; wat heeft de klant zelf al opgezocht)
-Achtergrond van de klant (leeftijd, opleiding, motivatie, interesse)
-Doel/effect (wat wil de klant ermee bereiken)
-Wat wil de klant voor soort informatie (tekst, cijfers, afbeeldingen)
-Wat wil de klant voor soort media (website, boek, artikel, brochure, plattegrond, dvd)
-Hoeveelheid (vraag of het geleverde materiaal voldoende is).

Er zijn 3 niveau's.
Niveau 1: De bewuste of onbewuste behoefte aan informatie die nog niet in taal uit te drukken is.

Niveau 2: De klant is in staat zijn vraag duidelijk en helder te formuleren maar legt geen verband met het systeem van informatie in de bibliotheek.

Niveau 3: De klant stelt de vraag in relatie tot datgene wat de bibliotheek te bieden heeft. Hij heeft een duidelijk beeld van wat hij wil hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten